‘Siri, wat is censuur?’ De Van Dale weet het wel: ‘toezicht van een overheid of kerk op voor publicatie bestemde teksten, films, voorstellingen, enzovoorts, met de mogelijkheid om die te verbieden of er delen uit te schrappen.’
De al behoorlijk machtswellustige VVD wil graag ongestoord haar gang kunnen gaan. Een tijdelijke Noodwet is voor politici wat speed was voor Herman Brood en als je eenmaal van die verboden vrucht geproefd hebt, wil je méér. Artikel 103 van de Nederlandse Grondwet geeft een regering de mogelijkheid af te wijken van grondwetbepalingen. Dat werd ooit bedacht voor ‘uitzonderingstoestanden’, zoals oorlog. Of overstromingen. Men kon toen niet voorzien dat artikel 103 zou worden ingezet om desastreuze gevolgen van eigen beleid, in dit geval decennialange zorgbezuinigingen, te camoufleren. De VVD is een junk, straten en stegen afstruinend, kwijlend en grommend op zoek naar dope. Oftewel: macht.
Macht kan altijd groter. En dus zette de VVD haar partijequivalent van Raisa Blommestijn en Eva Vlaardingerbroek in: de fris ogende blondine Queeny Rajkowski. ‘Ik heb Poolse grootouders die in de Tweede Wereldoorlog nare dingen hebben meegemaakt’, vertelt ze. ‘In de Tweede Kamer wil ik de ongelijkheid in ons land terugdringen.’ En nu verkoopt ze met droge ogen broodjes die ze zelf voor geen goud zou vreten: een ‘digitaal gebiedsverbod’. ‘We zien steeds vaker dat rellen op straat veroorzaakt worden door ophitserij online. En daarom wil de VVD een digitaal gebiedsverbod. Dit moet ervoor zorgen dat burgemeesters online kunnen ingrijpen en dat ze het oproepen de kop in kunnen drukken zodat dit soort ophitserij er niet voor zorgt dat er onrust en rellen ontstaan op straat.’
Ongekend voorspelbaar sluit ze af met: ‘En zo houden we samen Nederland veilig’. Natuurlijk voorziet men bij de VVD ellende. Een groot deel van Nederland is wanhopig. Niet die wanhoop baart de VVD zorgen, maar het geeft zo’n troep, dat plebs. PvdA-kameraad Sharon Dijksma, de omhooggevallen koddige burgemeester van Utrecht, legde vorig jaar al een variant van het digitale gebiedsverbod op, aan een jongen van 17. Hij mag ‘online geen uitlatingen doen die aanleiding kunnen geven tot wanordelijkheden’. Zonder wet zijn sociale media nog niet verplicht mee te werken en dus verzonnen Dijksma en consorten een alternatief: een ‘last onder dwangsom’. Per overtreding moet 2.500 euro worden betaald. Onduidelijk is wie bepaalt dat er sprake is van een overtreding. En hoe. Details…
Het klinkt allemaal niet eens zo gek. Natuurlijk willen we rellen voorkomen. Het beste middel daarvoor? Een land fatsoenlijk besturen! Zo simpel is het. Wie geen nattigheid voelt bij dit voorstel, afkomstig van een machtsverslaafde regeringspartij die recent nog bewees geen middel te schuwen en zelfs bereid is onze Grondwet te misbruiken, voelt het nooit. Het digitale gebiedsverbod hoort thuis in een rijtje met het afschaffen van het raadgevend referendum. Burgemeesters gaan niet over de wenselijkheid van uitingen. De grenzen zijn duidelijk, het Openbaar Ministerie komt in actie bij overschrijding en de rechter oordeelt.
Niet een hysterische Sharon Dijksma, een vrouw die eerder nog hardop riep dat hoogopgeleide vrouwen die niet voor hun carrière maar voor de kinderen kiezen, hun opleidingskosten zouden moeten terugbetalen en eerder wethouder was in Amsterdam, wat allicht het één en ander verklaart. Ook een Hubert Bruls wil je niet aan de knoppen hebben, of iemand als Liesbeth Spies, kampioen principes overboord gooien als dat toevallig even zo uitkomt. Opruiing is al strafbaar (artikel 131 Wetboek van Strafrecht). Rellen en onlusten voorkom je vooral met fatsoenlijk beleid. Niet met censuur. Burgemeesters gaan niet over wat wel en niet geroepen of geschreven mag worden. Het Openbaar Ministerie wél. Hopelijk heeft Queeny een iPhone: ‘Siri, wat is censuur?’
Geef een reactie