U moet meer werken, sorry. Doet u dat niet, bent u de hoogstpersoonlijke stok tussen de spaken van onze economie, het zand in onze motor en de modder waarin onze wielen vastlopen. Het is omgekeerd evenredig: hoe lager uw uurloon, des te hoger de fysieke inspanning vaak en hoe meer u van ons moet werken om onze economie te redden. Dat berekenden we van achter onze bureaus.
Uit uw beloning blijkt vooral dat de staatskas u heel dankbaar is: De Belastingdienst stuurt naast heel veel blauwe enveloppen van een afstandje ook handkusjes voor uw inspanningen. Bloed, zweet en tranen worden door de vaderlandse fiscus altijd op waarde geschat. Zoals wel vaker zijn het vooral de mensen met bijdragen die we op zich wel kunnen missen, die u komen vertellen dat u langer hun koffers moet sjouwen op Schiphol, langer hun verwende onhandelbare kinderen moet onderwijzen of meer uren moet zorgen voor hun eigen verwaarloosde vaders en moeders.
U bent de extreemrechtse melkkoe, maar een gegeven paard kijken we nog steeds niet in de bek. We spugen op u, uw onfrisse gedachtegoed, uw ingezakte zuivellijf en riekende middelmatigheid, maar niet op uw duit in het zakje dat we leegstorten in onze hobbyschatkist. Meer werken doet u niet voor uzelf, u doet het voor de ander. Columnist Marianne Zwagerman bakte de broodjes overgaar op Twitter. Zij stelde dat ‘asociaal’ een milde term is om mensen die weigeren meer te werken, mee te omschrijven. Zoals tegenwoordig vrijwel altijd het geval, wordt het beroep op mensen die meer moeten werken vergezeld met een stuk opgelegd plichtsbesef: je doet het voor de ander.
Het zijn dezelfde argumenten uit dezelfde weggeefhoek, gerecycled uit een recent verleden waarin Nederland op wat we nu lineaire televisie noemen werd overspoeld door vaccinatieproppers met een messiascomplex. Het bijna perverse beroep op saamhorigheid is niets anders dan slecht gecamoufleerde emotionele chantage en bijzonder amusant – of verdrietig – als je bedenkt dat het toch voor een fors deel de tot ‘wappie’ verklaarden zijn die nu ’s lands economie uit het slop moeten gaan trekken, de zoveelste episode in de schijnvertoning die we inmiddels al enkele jaren opgevoerd zien worden en waaraan je bijna zou wennen: de oplegmaatschappij.
Herinnert u zich vooral het enthousiaste applaus dat we voor de zorg in petto hadden en hoe er nooit een structurele loonsverhoging kwam en het bleef bij een eenmalige duizend euro netto en de daaropvolgende zorgbezuinigingen? Mooi. Jan Paternotte en Sophie Hermans dienden onlangs gezamenlijk een motie in waarmee de regering aan het werk gezet moet worden, geen woordgrap, om meer werken te stimuleren. Zo verwacht men uiterlijk in december van dit jaar nog concrete acties voor een ‘voltijdbonus’, moet leeftijdsontslag onder de loep genomen worden, een terugkeer van gepensioneerden ‘makkelijker’ gemaakt en iets met roosters, vermoedelijk een verkenning van de mogelijkheden om arbeidstijden te verruimen. Het duo weet in ieder geval waar de klepel hangt.
Hoe Schimmelpenninckiaans het ook is om te stellen dat de Nederlander meer moet werken, Paternotte en Hermans hebben gelijk als ze stellen dat de overheid zélf degene is die met haar progressieve belastingstelsel mensen jankend van het lachen achterlaat na een vriendelijk doch dringend verzoek tot het draaien van meer uurtjes. In dit gave land waar zo’n beetje iedere legaal verdiende en uitgegeven euro een paar keer over de kop gaat omdat men van oudsher nogal hebberig is in Den Haag, is werken vooral voor de flops die blijkbaar geen geld hebben om dat voor ze te laten doen.
Je hoeft geen fan van Sander Schimmelpenninck en zijn inmiddels tot ver achter de komma voorspelbare oeuvre te zijn om te erkennen dat hij met zijn ‘De Kloof’ een serie maakte die een aantal problemen in Nederland uitstekend blootlegde. Met geld maak je geld en geld werkt harder dan mensen ooit kunnen. Eigenlijk ben je mislukt als je voor je levensonderhoud afhankelijk bent van je salaris en niet wat pandjes verhuurt, renteniert of beschikt over aftakelende ouders en een aardig aanstaand erfenisje. Dat zijn mijn woorden noch die van Schimmelpenninck, maar uw overheid vindt dat. Niet hardop, maar kijk de zogeheten ‘witte tabel’ er maar eens op na: wat niet uitgesproken wordt, staat altijd wel ergens geschreven en cijfers zeggen meer dan duizend woorden in het verstikkende megastalklimaat dat belastinghel Nederland is voor haar inwoners.
U staat in de rij om gemolken te worden en met een klein beetje mazzel gunt uw overheid u nog wat restjes oeverloos rondgepompt toeslaggeld, voor eventjes. Volgend jaar mag u dat uiteraard tot op de laatste cent terugbetalen. Renteloos, dat dan weer wel. Steeds minder Polen hebben nog zin zich door ons te laten uitbuiten en in afgetrapte huizen die meer weghebben van legbatterijen te worden weggestopt met veel te veel land- en lotgenoten. Sinds de groeiende economie in het thuisland komen er steeds minder doen waar wij geen zin meer in hebben. Een voor hen prachtige ontwikkeling, voor ons een niet te negeren reality check.
Nederlanders werken te weinig en klagen het meest. Wij zijn kampioen deeltijdarbeid. “Je zou kunnen zeggen dat Nederlanders een laag arbeidsethos hebben”, zei hoogleraar Ton Wilthagen al in 2019 tegen RTL Nieuws. Ligt het alleen aan die luie Nederlander die z’n bed niet wil uitkomen maar bij voorkeur de hele dag bezig is met z’n curlingkinderen? Allicht. Maar er zijn zat mensen die loonsverhogingen weigeren omdat ze daarmee netto minder overhouden. We nemen onze vrije uurtjes liever op dan ze te laten uitbetalen omdat de tarievenschaaf voor de bijzondere beloningen de lol daarvan wel wegsnijdt.
En dan kennen we ook nog dat vermaledijde toeslagenstelsel met voorschotten op basis van een geschat jaarinkomen en waarmee we niet alleen de prijzen van zorgverzekeringen en huurwoningen kunstmatig hoog houden, maar vooral een ongekende overhead creëerden met als grootste grap de keuze voor uitbetaler De Belastingdienst, van oudsher een innende instantie. De Jozef Geelman onder de zelfstandige bestuursorganen. Dat de Nederlander meer moet werken, is niet nieuw. En sorry dames, dit gaat voornamelijk over jullie. Nederlandse vrouwen zijn al even kampioen parttimewerken. ‘Luie deeltijdprinsesjes’ met teveel tijd voor zichzelf, vond in 2006 PvdA-beroepshysterica Sharon Dijksma al.
Inmiddels weggepromoveerd tot burgemeester van Utrecht, stelde zij toentertijd dat het kapitaalvernietiging was als met name hoogopgeleide vrouwen na hun dure opleiding besluiten voor de kindjes te gaan zorgen en de rest van hun tijd doorbrengen met yoga, fitness, terrasjes, sushi en Netflix. Die vrouwen zouden in ieder geval een deel van de opleidingskosten moeten terugbetalen. “Die kennis mag je niet straffeloos weggooien”, vond mevrouw Dijksma. Het zou de opmaat zijn voor een eeuwigdurende discussie zonder oplossing, want er veranderde helemaal niets. Waarom gingen vrouwen niet massaal méér werken?
Volgens The Economist ligt één van de oorzaken in het feit dat relatief weinig Nederlandse mannen naar het front moesten tijdens de twee wereldoorlogen. Vrouwen werkten daardoor veel minder in fabrieken dan in andere landen het geval was. Ronald Dekker, arbeidseconoom, gaf in 2015 in ‘Trends in HR’ aan dat we in Nederland een systeem hebben gebouwd rondom parttime werken, met veel aantrekkelijke, flexibele en relatief goed beloonde banen. Ook de christelijke cultuur speelt een rol: de vrouw blijft bij de kinderen, zo zagen we dat vroeger graag. Bovendien was het decennialang goed te doen, rondkomen met één salaris.
We leren meisjes dat ze kunnen worden wat ze willen. Maar na de nodige studievlijt worden kinderen en vrije tijd toch vaak verkozen boven het zwoegende ideaalbeeld van de zelfstandige en haar eigen geld verdienende vrouw met haar op d’r tanden. Veel vrouwen verkiezen de joggingbroek boven het mantelpak en dat noemden we vroeger: welvaart. We moeten meer werken, dat spreek ik niet tegen, het zal best zo zijn. Maar niet voor een ander. Meer werken doe je voor meer geld, niet voor een fooi of het restje dat overblijft als de fiscus is uitgegeten. Laat ons kabinet dat werken eerst maar eens écht aantrekkelijker maken. Laat werkgevers maar eens wijn bij het water doen, boter bij de vis, als dat personeelstekort zo fnuikend is. En bepaal daarna lekker zelf wat je wel of niet doet. Red niet de economie, maar uzelf. Asociaal was u namelijk toch al, who cares…
Geef een reactie